HIER. Zwart in Rembrandts tijd

Zwarte mensen waren aanwezig in het zeventiende-eeuwse Nederland. Hier, in de samenleving, in Rembrandts buurt én in de kunst. Lang is dit onderbelicht gebleven, onterecht. In de zomer van 2020 kwam je in Museum Het Rembrandthuis oog-in-oog met bijzondere portretten van zwarte mensen. Hoe beeldden kunstenaars ze af? En kunnen we erachter komen wie ze zijn? HIER. Zwart in Rembrandts tijd ging over onderbelichte kunstwerken en beeldvorming, over herkenning en erkenning.

Wat valt op in de kunstwerken door Rembrandt en vele van zijn tijdgenoten? De stereotypen die later het beeld van zwarte mensen zouden bepalen, zijn nog niet overheersend. Bovendien zijn zwarte personen niet alleen bijfiguren met een ondergeschikte rol, maar vaak juist het centrale onderwerp van het kunstwerk. De tentoonstelling vertelde ook de verhalen achter de kunstwerken. Tussen circa 1630 en 1660 was er een kleine gemeenschap van vrije zwarte mensen in de omgeving van de Jodenbreestraat, in Rembrandts buurt. Door recent onderzoek weten we nu veel meer over deze Afro-Amsterdammers.

“Al jaren ben ik op zoek naar historische portretten van zwarte mensen zoals ik. Er moet toch meer zijn dan het stereotype beeld van bediende, tot slaaf gemaakte of karikatuur? Ik vond het alternatief in Rembrandts tijd: een portrettengalerij van zwarte mensen die volwaardig zijn verbeeld.” – Stephanie Archangel, gastconservator

(v.l.n.r.) Rembrandt, Buste van een vrouw, 1630. Amsterdam, Museum Het Rembrandthuis | Hendrick Heerschop, Koning Caspar, 1654 of 1659. Berlijn, Staatliche Museen Preussischen Kulturbesitz, Gemäldegalerie | Gerrit Dou, Tronie van een jongen met een tulband, ca 1635, Landesmuseum, Hannover | Jasper of Jeronimus Beckx, Portret van Dom Miguel de Castro, 1643. Kopenhagen, Statensmuseum for Kunst.

HIER. Een selectie

Rembrandts interesse in zwarte mensen was uitzonderlijk in de zeventiende eeuw. Hij heeft ze verbeeld op tenminste tien schilderijen, zes etsen en zes tekeningen. Zo ook op de ets Buste van een vrouw uit 1630, waarin een jonge vrouw de hoofdrol heeft gekregen. Rembrandt maakte dit werk toen hij nog in Leiden woonde. De gelaatstrekken van de vrouw wijzen erop dat zij zwart was. Toch slaagde hij er nog niet in haar huid zwart te doen lijken. Later, in Amsterdam kreeg hij dat veel beter onder de knie; zijn latere portretten zijn vaak zorgvuldig naar het leven weergegeven. Het lijkt waarschijnlijk dat Rembrandts zwarte buurtgenoten model hebben gestaan.

Een andere blikvanger in de tentoonstelling was Koning Caspar van Hendrick Heerschop. Van de drie koningen die het Christuskind komen aanbidden, zou volgens de legende een Afrikaan zijn. Soms wordt hij Caspar genoemd, soms Balthasar. Heerschop schilderde hem, zonder omgeving en verhaal. Hij is alleen te herkennen aan zijn kostbare kleding en de pot met de wierook die hij schonk. Maar de meeste aandacht trekt het gezicht van de man, die ons trots en zelfverzekerd aankijkt. Ook Rembrandts eerste leerling Gerrit Dou maakte een indrukwekkend portret van een zwarte jongen, die ons over zijn schouder aankijkt, gekleed in een fantasiekostuum.

Wat ingewikkeld blijft, is de identiteit van de zwarte geportretteerden uit de zeventiende eeuw. We kennen steeds meer namen van zwarte buurtgenoten van Rembrandt, maar kunnen deze niet koppelen aan de portretten. Maar van de man op het rechter portret weten we wel wie hij is: Dom Miguel de Castro. Een controversieel figuur, gezant van Soyo (of Sonho), een deel van Congo dat zich wilde afscheiden. Dom Miguel kwam samen met zijn bedienden naar Holland om zijn zaak te bepleiten en werd tijdens zijn verblijf in Middelburg geportretteerd. Hij wordt hier afgebeeld volgens de standaarden van een zeventiende-eeuwse portret van een belangrijk man: krachtig en serieus.

Mini documentaire

Vlak na de opening van de tentoonstelling moest het museum haar deuren sluiten vanwege de Coronacrisis. We hebben besloten om die periode een korte  documentaire te maken, die te zien is op ons Youtubekanaal:

 

HIER. Zwarte kunstenaars nu

In hedendaagse kunst speelt zwart een heel andere rol dan in de zeventiende eeuw. Nu zijn er zwarte kunstenaars die reflecteren op hun eigen identiteit. En als er zwarte mensen zijn afgebeeld, weten we wie het zijn. Van beide kanten is er nu zeggenschap, van maker en geportretteerde. In de tentoonstelling was nieuw en bestaand werk te zien van tien toonaangevende hedendaagse makers, waaronder Iris Kensmil, Iriée Zamblé en Charl Landvreugd.

 

Hollandse Meesters Her-Zien

Hollandse Meesters Her-Zien is een groeiende fototentoonstelling door curator Jörgen Tjon a Fong, waarbij prominente Nederlanders van kleur in de huid kruipen van hun 17e en 18e-eeuwse voorgangers. Deze indringende en trotse portretten zijn gemaakt in de stijl van Rembrandt en zijn tijdgenoten. Speciaal voor Museum Het Rembrandthuis zijn vier nieuwe portretten gemaakt van onder andere Humberto Tan, Jeangu Macrooy, Tania Kross en Daniël Boissevain. De foto’s zijn gemaakt door Cigdem Yuksel en Ahmet Polat (voormalig Fotograaf des Vaderlands) in de Oude Kerk, de Nieuwe Kerk en in Museum Het Rembrandthuis. Drie portretten zijn te zien in Rembrandts oude huis, één portret werd opgenomen in de tentoonstelling HIER. Zwart in Rembrandts tijd.

Randprogrammering

Tijdens de tentoonstelling zijn een aantal events georganiseerd, waaronder een editie van RembrandtLIVE in het Compagnietheater. In samenwerking met The Black Archives hebben we een talkshow georganiseerd genaamd Zwart in Amsterdam. De talkshow was toegankelijk voor maximaal 100 mensen i.v.m. de destijds geldende Cornonarestricties, maar was ook live te volgen op Youtube:

 

HIER. Zwart in Rembrandts tijd was in 2020 te zien in Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam. De tentoonstelling werd geïnitieerd door gastconservatoren Elmer Kolfin en Stephanie Archangel, de vormgeving lag in handen van Raul Balai en Brian Elstak.

Deze tentoonstelling werd mede mogelijk gemaakt door Fonds 21, het Mondriaan Fonds – het publieke stimuleringsfonds voor beeldende kunst en cultureel erfgoed, de Nachenius Tjeenk Stichting, het Prins Bernhard Cultuurfonds, Ten Hagen Fonds en het VSBfonds. De tentoonstelling is ook mede mogelijk gemaakt door de rijksoverheid: de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een indemniteitsgarantie toegekend.